De begindagen van afkortingen zoals tv, btw, ja zelfs asap, zijn lang vervlogen. De eerste twee hebben intussen de status van het Woord bereikt, asap is onderweg om dat te worden. Plaats in de Dikke Van Dale veroverd, te pas en te onpas te grabbel gegooid in café ‘Onder den Toren’ in Rekkem of Nieuwerkerken.
Nu is er het tijdperk van de acroniemen. Het gemiddelde kaderlid (senior manager, zeg maar) bedient zich vandaag onophoudelijk van acroniemen, hier en daar opgeleukt met een trendy klinkend Engels woord. Bijvoorbeeld: ‘Kan het nieuwe MS asap geüpgraded worden?’ Of: ‘De CFO vindt het financial plan not done.’
Alsof dat allemaal nog niet awkward genoeg was, is er nu het acroniem FOMO.
Gevaarlijk, die FOMO. Het leidt tot volle agenda’s, tot een knagend gevoel wanneer er zich plots een agenda-opening aandient en totale stress bij het doorbladeren van de ‘Uit’ katern in de weekendkrant (naar het schijnt de meest winstgevende katern van het gemiddelde dagblad).
FOMO staat voor ‘fear of missing out’. De angst om iets te missen van het overweldigende aanbod aan concerten, must-visit steden, must-see tentoonstellingen, must-read boeken, must-go vakantiebestemmingen. Want wat schiet ons leven toch tekort als we niet op de hoogte zijn van de laatste film van Quentin Tarantino, de nieuwste bestseller volgens New York Times, de topvakantiebestemming van het jaar volgens Neckermann. Onze levenskwaliteit zal waarlijk tot het hoogte niveau worden verheven wanneer we overal een graantje van kunnen meepikken. Niet te vergeten in het juiste gezelschap, met de juiste Facebook-vrienden zichtbaar op het touchscreen van onze Iphone (het nieuwste model), de gepaste vintage outfit. Als we dat allemaal missen, dan stelt ons leven niks voor. De banaliteit voorbij.
Schnell! Plan nog een afspraak in. En zorg voor een plan B mocht de afspraak worden geannuleerd.
Ik woon te midden de rijstvelden, met de uitlopers van de bergen in de achtertuin, stoffige zandwegen leidend naar afgelegen bergstammen. Dit is Noord-Thailand. Chiang Mai, op 25 kilometer van mijn woonplaats, heeft, wat men zou kunnen noemen een ‘zeer beperkte artistieke scene’. Ik ga slechts heel af en toe naar de stad. I am basically missing out on anything you can think of.
De tijd tikt hier trager en nog onbetekenender voorbij. Maar gelukkig is er het internet dat pogingen doet om mij op de kast te jagen: vanop afstand, zowel letterlijk als figuurlijk, sla ik het wereldtoneel gade. Deze maand start Nick Cave een Europese tournee, er loopt een interessante tentoonstelling in Tate Modern in Londen, die reportage over de Chan-regio in Birma zag er geweldig aantrekkelijk uit en het NTG in Gent heeft een aantal prachtige producties gepland in het najaar.
Noppes van dat alles.
Ik staar naar het plafond, luister naar de kwetterende vogels en volg het spoor van de gekko die in mijn badkamer woont. Ik observeer de rijstboeren die kniehoog in de modder staan in de vlakte. Sinds vorig jaar heb ik geen privé-agenda meer. Overbodig geworden.
Ik nietsnut dus al eens. A fond en met overgave. FOMO is hier eerder LOMO geworden: love of missing out.
Maar tegelijkertijd ben ik nog nooit zo productief geweest.