De stille rebel

Als een kolkende rivier

Een oorverdovende storm

Een woeste wind

Een clusterbom

Zo had ze zich door de dagen gewroet. ‘Nee’ wanneer een ‘ja’ het lot had kunnen beslechten en ‘ja’ wanneer ‘nee’ even goed had gekund. En onderwijl conformeren. Want dat schreeuwen vermoeide, uiteindelijk. 

Hoe luider alles aan de buitenzijde klonk, des te stiller werd het binnenin. In haar, daar ontplooide zich een gapend gat dat in stilte bleef groeien. Tot ze zich losmaakte van wat Connie Palmen beschrijft als ‘de grond, het land, de familie, van zijn vrienden en vooral van de ideeën waarin hij zichzelf heeft opgesloten.‘ in Jij zegt het.

Ze ging en werd stiller, maar opflakkeringen van beukende golven, windvlagen en vlijmscherpe splinters bleven haar lange tijd deel. Fel en driest het ene moment, in zichzelf geplooid, luisterend naar het ruisen van de zee, het andere.

Ze dacht hoe moe ze wel was, wat een tijdverlies dat had geweest, dat schreeuwen en briesen. En hoe ze intussen wat anders had kunnen doen. Wat constructiefs, de vreemde eend in de bijt die haar plooien had kunnen gladstrijken wanneer het aangewezen was, maar verder haar veren stevig had kunnen blijven schudden. Tegen de wind in, in stilte weliswaar.

Ze werd wel eens een accidental buddhist of een inner-hippie genoemd, maar ze hield labels bij voorkeur op afstand. Als er dan toch woorden moesten worden gezocht, om voor die onvermijdelijke drang tot benoemen te zwichten, dan zou het nu stille rebel zijn. 

Als ze een zee zou zijn, dan was ze de Diepste. 

Als ze een berg zou zijn, dan was ze de Hoogste.

Als ze een ster zou zijn, dan was ze de Verste.

Als ze een rebel zou zijn, dan was ze nu de Stilste.

silence
‘Silence’